28 september 2024.
Soms kom je tijdens het lopen iets bijzonders tegen. Dit was zo'n dag.
7u39, net wakker geworden.
Water koken, koffie malen,
de aeropress klaarzetten, opgieten, doorduwen en slurpen.
Het ochtendritueel.
Om de twee dagen wordt er gelopen. Sporthorloge om de pols, 8u21 en vierenvijftig hartslagen per minuut, synchroon met de leeftijd.
Koffie op, sportkledij aan.
8u32. Vertrek! Beton en uitlaatgassen maken al snel plaats voor open veld, met vergezicht en zuurstof.
Na twee kilometer stijgt het pad tussen de maisvelden naar het hoogste punt van Relegem. Daar hangt een wolk. ‘Hè? Is dat een ladder?’
Een roep rommelt door de wolk. 'Hallooooo!'
De bulderende Brusselse Ring duwt de mannenstem een beetje weg, maar ik hoor hem goed. ‘Kom jij naar boven?’, roept de stem nu.
8u44, ik druk het linkerknopje in, ‘Registratie gepauzeerd’.
Nieuwsgierigheid trekt me
de ladder op.
Licht duizelig treed ik een mistige ruimte binnen. Zie ik dat goed?
Een schommelende man?
Hij springt er af en roept: ‘Zoooooooon!’.
‘Zoooooooon!’, roept hij opnieuw. Alles wordt door elkaar geschud. Wil ik dit wel horen?
Hij spreidt de armen en komt op me toegelopen. Ik panikeer en doe hem stoppen.
Hij blijft staan en we kijken elkaar aan.
Mijn buik verkrampt.
Iets in mij herkent die blik.
Plots komt er een hand, een voet, een been, een volledig kind uit mijn lichaam gekropen. Het wrikt zich met alle macht los en roept: ‘Papa, papa, papa,...! ’.
Ik kijk verweesd toe terwijl het kind in de armen van de man, m’n vader springt, en hem innig omhelst.
Met het kind op zijn arm komt meneer de vader naar me toe en neemt ook mij mee in het blijde weerzien.
‘Wat heb ik je gemist’, fluistert hij in m’n oor. ‘Ik jou ook, denk ik’, is het weinige dat ik kan uitbrengen.
Het kind wordt ongeduldig van al dat geknuffel, kruipt op de schouders van z’n vader en roept: ‘Schommelen, ik wil schommelen, papa!’.
Geduwd door zijn vader zwiert hij even later met beide benen door de lucht.
“Waarom ben je zo lang weggebleven?”, vraag ik aan m’n vader terwijl het kind roept: ‘Hoger, hoger papa!’.
De bleke man bloost alsof er terug warm bloed door zijn aderen stroomt en antwoordt: ‘Ja zoon, dat kan ik je n…'. ‘Nog hoger!’, schreeuwt het kind.
M’n vader geeft nog een stevige duw tegen de rug van het kind. Iets te hard nu waardoor hij van het zitje vliegt. “Hoger!” wordt “Help!” en hij valt door de wolken naar beneden.
... werp een laatste blik op mijn vader...
...en spring dan het kind achterna.
M’n gewicht doet me sneller vallen en al gauw kan ik ‘m met beide handen grijpen.
We tuimelen verder naar beneden en hij kruipt dicht tegen me aan. Met m’n armen om hem heen probeer ik ‘m te beschermen voor een pijnlijke landing.
De maïs breekt de val, maar de stevige schok doet ook het kind weer in mij opgaan.
9u02, ik duw het knopje van het sporthorloge in en loop verder. ‘Registratie hervat’, verschijnt er op het scherm. In de verte hoor ik nog:
'Hou van jououou', maar dat kan ook de wind zijn.
Einde
voor
Jerome Ysenbaert
(15/08/1929 - 28/09/1974)